Freya Van den Bossche

Gent is voor mij bus 71 naar oma en opa die me aan de halte opwachten.

Gent is voor mij de stad van de Bollekensschool en van door de tunnel naar de Voskenslaan en een ijsje op de weg terug.

Gent is voor mij de zwemclub in ’t Strop, de tennisles in de Lumsport, de vrijdag in de Decascoop.

Gent is voor mij een boekweitkoek met hesp en ei in het pannenkoekenhuis en een broodje eiersla bij Bloch.

Gent is voor mij een oneindige Antwerpsesteenweg die naar de bloemisterij van pépé leidt.

Gent is voor mij de natuur van de Assels, de speeltuin in Lourdes, en overal water.

Gent is voor mij de universiteit van de boekentoren, de Overpoort en terrassen overal.

Gent is voor mij de kerstboom aan het stadhuis en de bloemen op de Kouter.

Gent is voor mij het rumoer van ‘t Kuipke, de ongedwongenheid van de Gentse Feesten, de muziek van de bloemenmarkt en de slenterstap van de boekenmarkt.

Gent is voor mij mijn eerste lief, mijn eerste job en al mijn kinderen.

Gent is voor mij wat was, wat altijd geweest is, wat is en wat komt.